present simple
Hallo allemaal,
welkom bij de uitleg van de present simple wij leggen uit hoe je de past simple moet gebruiken en er komen ook wat oefeningen.
We beginen met de vorm dat is: I/you/he/she/it/we/they/you + werkwoord. dat is niet zo moeilijk toch.
Maar denk bij he she en it wel aan de shit-s. De shit-s betekent dat bij he she en it een s achter het werkwoord komt dus in plaats van I walk wordt het she walks.
Dat moet je niet vergeten bij de volgende oefeningen.
je gebruikt de past simple bij:
1. iets dat elke dag bijna opnieuw gebeurt
2. iets dat altijd waar is
3. iets dat voor lande tijd waar is
wisten jullie trouwens dat die laatste you in het rijdje meervoud is???
oefeningen
Je krijgt hier een paar ofeningen schrijf de zin over en vul het werkwoord dat erachter staat goed in. De antwoorden staan onderaan om na te kijken dus niet afkijken want dan leer je er niks van suc6.
1.
1. I ......... (leven) in Loden.
2. You ....... (dansen) right now
3. He ........ (lopen) home
4. She ........ (leven) forever
5. It ........ (staan) stil
6. We ....... (houden van) him
7. They ...... (haten) him
8. you ......... (spelen) now
2.
1. I ..... (ga) wor by car
2. she ....... (drinkt) 10 cups off coffee a day
3. Ronaldo ......... (komt uit) from Brazil
4. my boyfrend ....... (heeft) brown eyes
5. he ....... (werkt) in the bank
6. i ........ (leeft) in a flat near the centre off town
Antwoorden
1.
1. live
2. dance
3. walks
4. lives
5. stands
6. love
7. hate
8. play
2.
1. go
2. drinks
3. comes
4. has
5. works
6. live
en had je het goed gedaan zo niet lees dan de theorie nog eens door en probeer het opnieuw. check deze pagina nog een paar keer we zullen zo snel mogenlijk proberen nieuwe ofeningen toe te voegen. Deed je het god jippie jouw probeer de volgende pagina's ook eens

Maak jouw eigen website met JouwWeb